KOCHlabs

Schimmelproblemen

Aspergillus schimmels

    Aspergillus schimmels zijn in de melkveehouderij / rundveehouderij de meest relevante bronnen van mycotoxinen. Andere onzichtbare mycotoxinen komen maar in beperkte, weinig relevante, mate voor.

    Natuurlijk zijn er meer (zichtbare) schimmels, zoals de bekende “blauwe ballen” die duidelijk zichtbaar zijn in maiskuilen. Die ballen zelf moeten zoveel mogelijk uit het rantsoen blijven, net zoals andere zichtbare schimmels.

    De Aspergillus (en schadelijke Candida) zijn de meest voorkomende slecht zichtbare schimmels. Daarom is labonderzoek hierbij noodzakelijk om er grip op te krijgen.

    Een analyse aan de feces is het meest praktisch
    Waarom? Zo kan in 1 mengmonster van verse mest van minimaal 8 koeien de status van Aspergillus van een gehele stal gezien worden. Het geeft antwoord op de vraag in welke mate Aspergillus schimmels een rol spelen. De keuze voor een fecesmonster is bovendien gebaseerd op het feit dat het voerhekmengsel géén Aspergillus hoeft te bevatten om vervolgens wél in de darmen te kunnen groeien. Zo komt een cocktail van weerstand-ondermijnende mycotoxinen continu, dag en nacht, in het dier terecht. Bovendien als er een hoge besmetting in het voeder zit, zorgt dat voor pens verteringsproblemen, waardoor de schimmel sowieso in de darmen, en dus in de verse mest, te vinden is.

    Aspergillus klachten:
    Omdat het immuunsysteem wordt afgebroken zijn het asymptomatische klachten. Veelal leidt het tot de volgende zaken, of combinaties ervan:

    • Minder goede conditie;
    • Slechte klauwen, dikke hakken, mortellaro;
    • De melkgift zelf;
    • Verhoogd celgetal.

    Aspergillus fumigatus komt verreweg het meeste voor, tot 15-25% van de melkveehouders heeft hier in relevante mate mee te maken. Maar KOCHlabs analyseert ook op de andere, minder vaak voorkomende, Aspergillus soorten. Die hele familie schimmels is niet pluis…

    Anti-Aspergillus advies
    Gelukkig is er een advies om zonder medicatie Aspergillus problemen goed het hoofd te bieden. Indien KOCHlabs op de hoogte is gebracht over onder meer rantsoengegevens kan een advies worden gegeven waarbij productiebehoud, dan wel verbetering, voorop staat en de Aspergillus het onderspit delft. De basis is de vertering verbeteren en zo de oorzaak opheffen van de Aspergillus. Uit het fecesmonster kan ook onbalans in eiwit worden afgelezen (aanvullende bepaling).

    Kringloop van ellende:
    De Aspergillus blijft leven in de mestkelder / vaste mest. Daarna komt het in het land en zo weer dicht bij het te oogsten gras én het rantsoen. De cirkel is zo dan weer een beetje rond. Zo loert Aspergillus steeds op een kansje om heer en meester in de darmen te worden. De darmen zijn de heilige graal voor Aspergillus, temperatuurtje van 38°C, en wanneer de pensvertering niet optimaal is, kan de schimmel aan de slag met het dier.

    Schadelijke Candida gisten

      Candida is meestal afkomstig uit de ontwikkeling op kuilwanden, dus ruwvoeders. Vaak gaat dit om mais, maar het kan ook voorkomen bij gras- en bijproducten (en een enkele keer in krachtvoeders). De candida groeien bliksemsnel, dit betekent dat ze in het proces van uitkuilen kunnen al gauw op een veel hoger niveau komen dan in de kuil zelf. Het heeft daarom ook geen nut om (klassieke) kuilmonsters te onderzoeken op Candida. In de regel worden in kuilen lage gehalten verwacht.

      Hoe vaak vinden we deze in hoge mate in de melkveehouderij opmerking
      Candida Krusei + + + + + Frustreert juiste vertering
      Candida Glabrata + + + + + Frustreert juiste vertering
      Candida Albicans + + + Ondermijnt ook immuunsysteem
      Candida Tropicalis + Geeft vaker diarree


      Buiten KOCHlabs wordt er nauwelijks naar Candida onderzocht in voeders en mest. Koch Eurolab, voortgezet in KOCHlabs, doet hier onderzoek in vanaf ca. 2008. In 2008 waren er slechts enkele procenten van ernstige Candida in voeder en feces. Vanaf ca. 2014 bleek dit veel en veel vaker voor te komen, vaak in combinatie met ernstige problemen bij rundvee. Daarom is het in 2015 opgenomen in de routine-analyse pakketten voor voeder en verse-mest (feces).  Het voeder heeft een grote impact op de concentratie in de darmen, dit komt vaak in grote lijnen overeen. 

      Besmettingen  kunnen zich het hele jaar voordoen, maar in de zomer lijken deze het toe te nemen onder invloed van de gunstiger (warmere) temperaturen. Weerstandsproblemen in het dier, zoals door bijvoorbeeld Gliotoxine *), kunnen de effecten van candiasis bevorderen. Tussen de Candidasoorten zijn onderling duidelijke verschillen.

       

      In volgorde van incidentie:

      Candida Krusei

      Deze wordt in de meeste voeders, en dus ook in de feces, teruggevonden. Een lage tot normale aanwezigheid is misschien niet optimaal, maar de noodzaak voor maatregelen is minder groot.  Bij hogere waarden worden de wanden van de spijsvertering aangetast. Bij verminderde weerstand kan besmetting via de mest in de stal leiden tot een hoger celgetal, waar op enig moment ook meerdere organismen bij zijn betrokken. De besmette mest gaat uiteindelijk weer de wei in. Bij de analyse-uitslag zit in principe ook een advies hoe hiermee om te gaan op een natuurlijke wijze.

      Candida Glabrata
      Deze Candida heeft veel overeenkomsten met Candida Krusei. Het sterkere punt van deze Candida zijn de (negatieve) acties in de darmen. Bij de analyse-uitslag zit in principe ook een advies hoe hiermee om te gaan.

      Candida Albicans
      Deze Candida scheidt voor het immuunsysteem zeer schadelijke mycotoxine (Gliotoxine) *) uit. Deze candidasoort is daarmee veel schadelijker. Het advies is om deze al bij een lager niveau te bestrijden. Dat kan door een natuurlijke, niet-medicinale, aanpak. Bij de analyse-uitslag zit in principe ook een advies hoe hiermee om te gaan.

      Candida Tropicalis

      Sluit de rij, komt incidenteel voor.  Leidt vaker tot diarree, dus slechte vertering in de darm. Bij de analyse-uitslag zit in principe ook een advies hoe hiermee om te gaan op een natuurlijke wijze.

      Aspergillus: Het onderzoek naar Candida wordt gedaan in samenhang met Aspergillus schimmels. Aspergillus F.  vanwege de weerstand. Deze Aspergillus schimmels hebben een andere loop door het dier. Het voer kan schoon zijn, maar toch kunnen de darmen overgroeid raken. Langzaamaan wordt de conditie van de dieren minder, groeit het aantal gezondheidsproblemen, en indien de besmetting lang duurt, kan dit leiden tot slijters en dode dieren.

      Analysemethode: KOCHlabs kiest ervoor om de live-strains van de schadelijke Aspergillus schimmels en Candida te onderzoeken. Niet de individuele mycotoxinen. Dit geef niet alleen een betere kringloop-informatie, maar is ook minder kostelijk. Deze veel voorkomende mycotoxinen uit Aspergillus en Candida worden bovendien nergens op een andere wijze aangeboden.

      Naast rundvee kunnen Candida en Aspergillus schimmels een rol spelen in andere dieren.

      *) gliotoxine is een zeer krachtige mycotoxine die wordt geproduceerd door Aspergillus schimmels zoals A. Fumigatus en A. Terreus, maar ook door Candida Albicans. Gliotoxine is een ultra-radicaal en vernietigt stukje bij beetje de weerstand van het dier. Deze mycotoxine komt juist veel voor in de rundveehouderij en wordt niet of nauwelijks onderzocht.  Er worden in de melkveehouderij vaak toxinen-binders gebruikt die passen op toxinen die nauwelijks in de melkveehouderij voorkomen, maar wel bij varkens. Deze binders helpen onvoldoende tegen gliotoxine en de andere Aspergillus mycotoxinen.